Bij mensen bij wie een tand dusdanig is beschadigd dat deze verloren zal gaan, bijvoorbeeld door een ongeluk, is het mogelijk deze tand te vervangen door een implantaat. Dat gebeurt meestal door de beschadigde tand er uit te halen, het bot eerst te laten genezen en na een periode van zes weken tot zes maanden een implantaat in de kaak te plaatsen dat vervolgens dient als kunstwortel voor de nieuwe tand. De patiënt moet hiervoor gedurende een langere periode verschillende behandelingen ondergaan om eerst het verloren bot te reconstrueren. Pas in een later stadium kan daarin het implantaat worden geplaatst.
Nu is het ook mogelijk om de tand direct te vervangen door een implantaat.
Groot voordeel voor de patiënt is dat die ’s ochtends komt en ’s middags met een nieuwe tand naar huis gaat. Tot nu toe moest de patiënt lang wachten en een noodvoorziening krijgen. Dat hoeft nu niet meer. De behandeling is sneller, er is geen littekenvorming en het tand- vlees is veel mooier. En uiteindelijk bespaart deze methode ook kosten.